Willibrordus
Patoon van de Nederlandse kerkprovincie
Patroon van onze parochiekern
Dankzij Beda, een Engelse monnik en geschiedschrijver, is er het nodige over het leven van Willibrordus bekend. Hieronder volgt een overzicht.
658
695
|
Willibrord werd in Northumberland in Engeland geboren. Zijn ouders waren van goede huize. De verdrijving van Wilfried was er de oorzaak van, dat Willibrord overging naar de abdij van Rathmelsigi in Ierland .De abt-bisschop Egbertus van dit klooster wist Willibrordus warm te krijgen voor de geloofsverkondiging onder de Friezen. Kort nadat de Frankische hofmeier Pippijn II de Friese koning Radboud bij Wijk bij Duurstede had verslagen maakte Willibrord de oversteek met elf gezellen naar onze streken. De precieze plaats van aankomst is onzeker. Hij kreeg van hofmeier Pippijn II de politieke steun en van paus Sergius in Rome de toestemming om hier te prediken. Willibrord begon zijn werk ten zuiden van de grote rivieren, waar hij op de bescherming van het leger van Pippijn kon rekenen. Behalve dat Willibrord het Evangelie bracht, liet hij heiligdommen afbreken, verbrijzelde hij afgodsbeelden en liet hij heilige eiken omhakken. Ter plaatse stichtte hij vaak een nieuwe kerk en groef een put om de nieuwe Christenen met fris stromend water te kunnen dopen. In Heiloo staat nog steeds zo'n put. Suitbert wordt tot bisschop gekozen en gewijd. Hij kon niet rekenen op de steun van Pippijn en daarom verdween hij kort daarna van het toneel en ging naar het oosten. Willibrord reisde opnieuw naar Rome, nu om er door Sergius I te worden gewijd tot aartsbisschop van de Friezen. Willibrord kreeg nu een andere naam n.l. Clemens, dat "de welwillende" betekent. Pippijn wees hem Utrecht als aartsbisschoppelijke zetel aan. Willibrord bouwde daar, naast het oude Frankische kerkje dat nodig aan herstel toe was, een tweede kerkje, gewijd aan St. Salvator (Christus de Zaligmaker). |
697/698
714 |
Abdis Irmina uit Trier schonk Willibrord o.a. een kerk en klooster in Echtenach. In dit klooster werden vele boeken door de monniken geschreven. Pippijn en zijn vrouw Plectrudis schonken Willibrord bezittigen in Echternach, maar ook in Brabant en Limburg, waaronder het klooster te Susteren. Na Pippijns dood kwam Radboud in opstand en verwoestte de nodige kerken. Willibrordus vluchtte naar Echternach. Bisschop Bonifatius (zijn eigen naam was: Winfried) kwam op dit ongelukkige moment hier aan, maar keerde na korte tijd naar Engeland terug. |
719 722
|
Na Radbouds dood kwam Bonifatius opnieuw, voor langere tijd, naar ons land. Willibrord keerde voor een korte periode terug in Utrecht. Op 70-jarige leeftijd maakte Willibrord autobiografische aantekening in zijn kalender. |
739
1939 |
Willibrord stierf op 7 november te Echtemach, waar hij ook begraven ligt. Bonifatius wordt met zijn gezellen op 5 juni te Dokkum omgebracht. Paus Pius XII heeft Willibrord uitgeroepen tot patroon van de Nederlandse Kerkprovincie. |