Het aantal pastores is ternauwernood nog toereikend om het huidige aantal vieringen te blijven bedienen; het mogelijke emeritaat van zelfs drie personen binnen 13 maanden speelt ook mee. In de toekomstplannen van het bisdom Breda, mag er in de (nieuw-)gevormde regio gerekend worden met een team van vier personen.
De medewerking van emeriti wordt van harte aanvaard, maar is niet structureel.
Behalve het aantal pastores is het te zien dat ook de medewerking van het aantal vrijwilligers m/v zorgen baart (niet in alle parochies in dezelfde mate):
- kosters
- misdienaars (her en der niet meer beschikbaar of beperkt)
- organisten (diverse vacatures en ontbreken van kwaliteit; onder de 60: max. 3)
- dirigenten/koorleiders (er zijn er nog 5 onder de 60 jaar, waarvan 3 op dezelfde locatie)
- er zijn werkgroepen die aangeven dat extra vieringen (nooddiensten) door hen niet of nauwelijks meer geleid kunnen (blijven) worden; bij het huidige aantal zondagsvieringen zal het aantal “nooddiensten” niet afnemen
- koren - de meest koren raken meer leden kwijt dan zij rijk worden
Het aantal kerkgangers in de vieringen is in diverse parochies gedaald tot onder de vijftig deelnemenden of benadert dit aantal binnen afzienbare tijd. (Clinge – Graauw – Heikant - Hengstdijk - Lamswaarde – Nieuw-Namen – Stoppelijk - Terhole)
Mogelijke (deel)oplossingen:
Voorop staat, dat het aantal vieringen zal gerelateerd dienen te zijn aan het aantal inwoners en bezoekers m/v dat de regio/geloofsgemeenschap telt.
kosters |
lagere frequentie geeft mogelijkheid tot langer volhouden en eventueel versterking nauwelijks een oplossing, maar laat bij kleine aantallen deze assisteren bij de eucharistievieringen kunnen wellicht meer beschikbaar komen voor meer kerken combinatie van koren zou mogelijk zijn met een gezamenlijke repertoire-opbouw overgaan tot enkele lekenpredikanten met aanstelling, die in regio voorgaan in afwisseling met de pastores zich ineenvoegen en op wisselende plaatsen zingen. |
Door de misintenties samen te voegen in een beperkt aantal vieringen, zullen de diensten die er wel zijn een sterkere aantrekkingskracht kunnen uitoefenen door het grotere aantal mensen die naar de viering van “hun” intentie komen.
De kostenpost voor verwarming, verlichting, vergoeding organist/dirigent is op diverse plaatsen dusdanig hoog in verhouding met het aantal kerkbezoekers, dat in de wekelijkse collecte dit bedrag niet eens wordt opgehaald; je zou kunnen denken aan andere locaties gedurende de winterperiode (Allerheiligen-Pasen)
Een globale telling geeft aan, dat er thans ca. 1125 kerkbezoek/st/ers zijn, verdeeld over 15 vieringen; dat zijn gemiddeld 75 personen per viering!
W. Tobé