Aan de gelovigen in het bisdom Breda

Aan het begin van dit jaar brak het coronavirus uit en verspreidde zich over de hele wereld. In maart bereikte het Nederland. Het ging gepaard met dramatische ingrepen: restaurants en cafés werden in minder dan een uur tijd gesloten en onze kerken gingen dicht voor publieke eredienst. Alleen een uitvaart of huwelijk mocht doorgaan met grote beperkingen. De overheid verzekerde dat hamsteren niet nodig was en dat er voedsel zou zijn in de supermarkt, maar … ouderen raakten verstoken van contact met dierbaren, ondernemers raakten opdrachten kwijt, werknemers verloren hun baan. We moesten afscheid nemen van familie, of trouwe vrienden, op een manier waar het hart zeer van doet. We gingen onze corona-cijfers vergelijken met die van andere landen. Langzaam is het besef gegroeid van een nieuwe werkelijkheid.

Voor ons als kerk, als parochianen, pastorale teams en bisschoppen, was het een hele vreemde ervaring om niet te kunnen samenkomen voor het sacrament van de eucharistie en de andere sacramenten. Het is vele eeuwen geleden dat zoiets is voorgekomen en het was heel heftig. Het heeft ons allen veel pijn gedaan dat we de vreugde van Pasen en Pinksteren alleen in beslotenheid konden vieren en met geestelijke communie. We hebben het toch zo gedaan uit zorg en liefde voor elkaar, een liefde die Christus ons op het hart heeft gebonden. Liefde maakt vindingrijk en er zijn ook mooie en goede initiatieven ontstaan waarmee we elkaar nabij konden zijn. De corona-tijd is een periode geworden waarin mensen meer zijn gaan nadenken over onze consumptiemaatschappij, over wat wezenlijk is in het leven; we zagen dat de natuur herademde.

Sinds we in die nieuwe werkelijkheid zijn terecht gekomen hebben we met spanning de maatregelen gevolgd, die de overheid aankondigde en steeds bijstelde. Op 20 mei werd duidelijk dat de voor 1 juni aangekondigde versoepeling niet zou worden teruggedraaid. Vanaf die dag zijn de maatregelen voor het kerkelijke leven verspreid in parochies, religieuze gemeenschappen en instellingen. Bij die maatregelen is steeds gekeken naar wat waardig en passend is; en met de inzichten van deskundigen is gekeken naar wat veilig is voor elkaar. We hebben nu te maken met drie onderscheiden maatregelen: nl. voor alle gelovigen, voor de bedienaren en voor de kerkgebouwen. Daarmee is duidelijk dat iedereen betrokken en verantwoordelijk is voor ons kerkelijk leven. Velen zeggen dat wij een bijzondere tijd beleven, maar dan is het goed te bedenken wat de H. Augustinus zei van zijn tijd en wat eigenlijk altijd geldt: “De tijd zijn wij. Zoals wij zijn, zo is onze tijd”.

De bisschoppen hebben gekozen voor een geleidelijke herstart van de publieke vieringen om de nieuwe werkelijkheid goed gezamenlijk te kunnen inoefenen. Zo werden per 1 juni gelukkig weer vieringen mogelijk met 30 personen en vanaf 1 juli zal dat met 100 personen zijn. Met u kijk ook ik als uw bisschop daar naar uit. De eredienst is dus weer publiek en vanaf vandaag kunnen we ook sacramenteel te communie gaan, ook al is het met extra voorzorgsmaatregelen omwille van veiligheid.

Dit wordt de tijd waarin we meer dan ooit mogen beleven en tonen wie wij zijn. Wij zijn leerlingen van Jezus Christus, die ons leven heeft gedeeld, die de dood heeft ondergaan en is verrezen om ons te brengen tot waar we op eigen kracht niet kunnen komen. Het bijzondere van Jezus is, dat Hij helemaal verbonden is met God en dat Hij daarom –door zich met mensen te verbinden–, een Nieuw Verbond tot stand kan brengen. Jezus is in heel zijn wezen naar mensen gericht: als Hij zegt dat Hij iets is (zoals we het vandaag in het evangelie horen: “Ik ben het Levend Brood”), dan is Hij dat voor ons. Hij is het voedsel voor ons leven, en niet alleen voor het lichamelijk leven dat voorbij gaat, maar voor het blijvende, eeuwige leven. De coronatijd heeft opnieuw indringend aangetoond, wat voor ieder van ons een zekerheid is, namelijk dat wij eens zullen doodgaan. Maar in dit Brood, dat Hij is, blijft het leven van de mens bewaard. Door dat Levend

Brood heb je de kiem van de eeuwigheid in je. “Het brood dat Ik zal geven” zegt Jezus, “is mijn vlees ten bate van het leven van de wereld”(Joh 6,51). Het is een grote vreugde dat wij op deze Sacramentszondag weer de heilige communie mogen ontvangen.

De tijd die voor ons ligt, wordt anders dan we gewend waren, maar het is onze tijd. Deze tijd is niet moeilijker dan welke andere tijd ook; deze tijd is wat wij ervan maken. Onze tijd is ten diepste niet veel anders dan de tijd waarin Jezus leefde. De mensen, die Jezus als eersten hoorden spreken, wisten nog niet waar Hij vandaan kwam. Jezus heeft dat geopenbaard: Hij sprak met mensen op hun manier, over de werkelijkheid van zijn Vader, over de liefde van God .Door het evangelie spreekt Hij nu met ons. Hij zegt: “Zoals Ik door de Vader die leeft, gezonden ben en leef door de Vader, zo zend ik jullie”. Dit is dus onze tijd om het ‘geheim van het geloof’ gestalte te geven: om het te horen, te vieren en te doen. Het is mijn gebed en wens voor ons allen dat deze Sacramentsdag een dag van geloof is, en dus vooral ook een dag van warmte en liefde en van thuis-zijn bij God, die thuis wil zijn bij ons, ook en juist in deze tijd.


200614 de tijd zijn wij