Dit was de titel van een kort filmpje op National Geographic. Mooie beelden over verdraagzaamheid en wederzijds begrip waren te zien. Mensen die samen werk maakten van een betere wereld voor iedereen en dit deden ze vanuit het besef, dat iedereen met iedereen is verbonden.

'Ik ben jij en jij bent ik.'

Aan dit vers moest ik denken toen ik laatst zat de kijken naar de persconferentie van premier Rutte en minister de Jonge. Met enige spanning werd deze persconferentie verwacht, want het zou gaan over aangescherpte coronamaatregelen. Ik was blij en opgelucht te horen dat de kerken op dit moment door mogen gaan met de maatregelen, die wij de afgelopen weken in acht hebben genomen en nog steeds naleven. Regels die onze manier van samenkomen en vieren beïnvloeden. Ik heb de indruk dat wij intussen ‘onze draai’ gevonden hebben. Ik zou bijna willen zeggen: Door het bewuste naleven van de regels is er een zekere rust ontstaan, een nieuwe manier van ‘aandacht hebben.’ Zo ervaar ik het op de plaatsen waar ik voor mag gaan in vieringen. Aandacht voor het ritueel, maar ook aandacht voor elkaar.
Deze beide facetten van aandacht maken deel uit van een goede en doorleefde spiritualiteit. In deze context past het vers ‘Ik ben jij en jij bent ik’ heel goed.

Corona en de gevolgen hebben ons als mensen, dichtbij en wereldwijd, weer laten zien hoe wij verbonden zijn, hoe wij ons kunnen zien in de ander en hoe we deel uitmaken van het grote geheel van de schepping. Hoe we verantwoordelijk zijn voor elkaars wel en wee. Het maakt me blij om te zien hoe mensen dit herontdekken in respect en begrip, in het geduld met elkaar.
Het maakt me blij om te zien hoeveel vrijwillig(st)ers zich in alle parochiekernen inzetten om onze vieringen en andere bijeenkomsten tot een veilige plek te maken voor iedereen. En ‘last but not least’ maakt het me blij om te zien en te ervaren dat wij de spirituele uitdaging aan zijn gegaan om onze verbondenheid in geloof op een nieuwe en misschien diepere manier te beleven.

Met een hartelijke groet en in verbondenheid,
Ralf Grossert p.w.